Stevig drinken. Letterlijk betekent deze uitdrukking het leegdrinken van zogenaamde pimpeltjes, kleine glaasjes. Het WNT citeert o.a. het ‘Woordenboek der Nederduitsche en Fransche Taalen’ (1710) van F. Halma: ‘Hy pimpelt sterk. II ne fait que buvoter.’
Me héél léve lang heef ’k zoet gegete!... en gepimpelth!
Is. Querido: Levensgang. 1901
Zelfs de moffen pimpelden ze onder tafel.
Lisette Lewin: Een hart van prikkeldraad. 1992
Nee, bisschop, het geweld heeft een heel andere oorzaak. Namelijk: drank. Overal waar mensen (beter gezegd: mannen, want vrouwen doen zoiets zelden) elkaar verrot slaan of schoppen, werd vooraf gepimpeld.
Maarten ’t Hart: De gevaren van joggen. 1999
Maar aan een lange tafel aan de andere kant van de eetzaal wordt flink gepimpeld.
Elsevier, 19-06-99