Eufemisme voor ouwehoeren, dat in sommige oren te grof klinkt. Er bestaan varianten zoals ohaën*; ouwenelen*; ouwetakkebossen, ouwewijven*.
Barend had in de tussentijd op het terras bij twee liter wijn zitten ouweklessebessen en lulde het verslag dan met dikke tong door.
HP/De Tijd, 10-02-95