sociale contacten leggen met politieke en/of financiële bedoelingen; proberen relaties te verwerven, bijvoorbeeld door in een informele sfeer kennis te maken met mensen aan wie je later nog iets kunt hebben; een kennissenkring opbouwen met in het achterhoofd het mogelijke nut van die kennissen voor je carrière.
Het moderne ‘netwerken’ is de methode van ‘jij matst mij, ik mats jou’. De term komt wellicht uit het managerjargon. Eveneens in het Engels: ‘networking’.
Ik ga niet naar feestjes en partijtjes, en ik netwerk niet.
Humo, 22-07-97
Momenteel tracht Loezjkov zijn landelijke aanhang te vergroten door intensief te netwerken onder de gouverneurs van de overige 88 Russische regio’s.
HP/De Tijd, 20-11-98
Wat las ik gisteren? Dat Journaal-lezeres gaat netwerken voor staatssecretaris Annelies Verstand? NRC Handelsblad, 26-03-99
