Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

natte gemeente, (lid) van de - zijn

betekenis & definitie

Een liefhebber van sterke drank zijn. De ‘natte gemeente’ staat dan voor de verenigde alcoholisten. In de zeventiende eeuw gebruikte men ook de uitdrukking ‘van de natte vlag’. Zie ook: broeder* van de natte gemeente.

Wellicht was zij (iem. die van overspel was beschuldigd) tevens een berucht lid van de natte gemeente, en daarom als eene bacchante uitgedost. Na de omwandeling kreeg zij tot afscheid de waarschuwing meê, dat zij, zoo ’t weer gebeurde, in een zak gebonden en verdronken zou worden.

De Oude Tijd. Onder leiding van D. Wan Der Keilen Jr. (later: J. Ter Gouw). 6 dln. 1873, geciteerd in WNT

De schrijvers, journalisten en kunstenaars die van De Pels hun tweede huiskamer maakten, werden vorige week getrakteerd op een rondje van de zaak. Behalve op het jubileum hief de natte gemeente ook het glas op de verschijning van de gelegenheidsuitgave met zesenveertig, merendeels nostalgische terugblikken op een kwarteeuw alcoholisch samenzijn.

Vrij Nederland, 03-06-93

Elk lid van de natte gemeente weet dat de persoon die ’s nachts nog eens een extra flesje wijn opentrekt, vanwege de gezellige conversatie, een geheel andere is dan de persoon die ’s ochtends de wekker hoort gaan.

HP/De Tijd, 19-11-99