Vriendelijker benaming voor een hoer. De term dateert uit de zestiende eeuw. Met ‘kooi’ bedoelde men achterste. De letterlijke betekenis is dus ‘gemakkelijk met het achterste bewegend’.
Men sprak toen ook over een ‘licht wijf’. Van Sartre verscheen in vertaling ‘De eerbiedwaardige lichtekooi’. In de oude uitgaven hiervan staan bij de originele titel achter de ‘p’ puntjes: La p… respectueuse, hetgeen ons er nog eens op wijst hoe groot destijds het taboe was.
... met een wijen hoepelrok aan, puur, wil ik spreken, als een openbare lichtekooi, schandelijk om te zien!
Elisabeth Wolff en Agatha Deken: De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart. 1782, Zesde Brief
Het is zonde het te moeten zeggen van zo’n lichtekooi, want zwangerschap is een heilige zaak, is mij altijd geleerd.
Simon Vestdijk: De vijf roeiers. 1971
De lichtekooien uit Brazilië en de Oekraïne vertrekken en keren niet meer terug.
HP/De Tijd, 26-11-99