Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

gestoord

betekenis & definitie

Krankzinnig; geestelijk abnormaal. Letterlijk betekent dit woord een afwijking vertonend. Het lijkt te suggereren dat het om iets tijdelijks gaat. Van iemand die doof is zegt men tegenwoordig dat hij of zij ‘akoestisch gestoord’ is, terwijl een blinde ‘visueel gestoord’ is. Zie ook psychisch* gestoord.

Tijdens de Verlichting ontstond er een kloof tussen het rationele en het irrationele. Volgens Porters geschiedschrijving van de waanzin was de publieke opinie in die tijd gereed om het gedrag van ‘marginale sociale elementen’, zoals misdadigers, zwervers en godsdienstwaanzinnigen, in verband te

brengen met ‘een misleide geest en met waanzin’. Van daaruit was het maar een kleine stap om zulke buitenstaanders niet meer verstorend maar gestoord te noemen, om het idee dat ze niet in de beschaafde maatschappij pasten te vervangen door de veronderstelling dat ze ‘vreemd’ of ‘vervreemd van geest’ waren. Hierop volgt in heel Europa datgene wat Foucault ‘het Grote Opsluiten’ noemt: het begin van het institutionaliseren van de waanzinnigen.

De Groene Amsterdammer, 29-07-2000