(Een man) Seksueel met de mond bevredigen; in de volkstaal ook wel ‘pijpen’ genoemd. Afgeleid van het Latijnse werkwoord ‘fellare’ (zuigen). Ook wel vernederlandst tot ‘fellatie’. De vrouw die likt noemt men de ‘fellatrice’.
Gaat het om een man (in een homoseksuele relatie) dan spreekt men over de ‘fellator’. Het kussen en likken van eikel, penis en balzak wordt aangeduid met de term ‘penilinctio’ of ‘penilingus’ (van het Latijnse ‘lingere’: likken). Vgl. cunnulingus*. Het kussen en likken van het gebied rond de anale opening heet met een even geleerd woord ‘anilinctio’. Omdat schuttingwoorden lange tijd taboe zijn geweest (zeker tot de jaren zestig van de twintigste eeuw) moest men noodgedwongen zijn toevlucht zoeken tot vreemde termen, liefst Latijnse want Latijn was de taal van de medici en de wetenschap en dus acceptabel. Zie ook ‘blow-job*’.
Onvoldoende fellatio in de periode voor de bevruchting kan later, als het te laat is, leiden tot spijt. Het Parool, 17-06-2000
