Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

feestmutsje

betekenis & definitie

Feestpetje, condoom. Eveneens in het Frans: ‘p’tit chapeau’. Zie ook prethoedje*. Sedert het aidstijdperk zijn condooms min of meer bespreekbaar geworden maar onder vorige generaties rustte er nog een zwaar taboe op alles wat te maken had met zwangerschapspreventie.

Dat men tegenwoordig voorbehoedsmiddelen vaak schertsend vernoemt, wijst er blijkbaar op dat het taboe op zijn laatste benen loopt. De huidige generaties kennen immers veel minder schroom. Condooms worden ook wel Engelse* jasjes of rubbertjes* genoemd.

Voor de spiegel. In z’n blootje. Een feestpetje op.

Gerrit Krol: De Hagemeijertjes. 1990

Helaas God weet hoe is diezelfde dag door de Surinamer nog een tweede feestmutsje in het trappenhuis gevonden.

HP/DeTijd, 03-03-93