Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

familie; van de - zijn

betekenis & definitie

Homoseksueel zijn. Deze verbloemende uitdrukking wordt sinds de jaren vijftig vooral gebruikt in coc-kringen (COC = Cultuur en Ontspanningscentrum, de belangenvereniging van homoseksuelen). Ook wel: ‘lid van de familie zijn’. Een synoniem (vermeld door Joustra) is: ‘van de partij zijn’.

Dan zegt zo’n jongen: doe mij maar een prijsje, want ik ben ook van de familie. Ik word zot van homo’s.

Elsevier, 05-12-98