Definities van Woordenboek van Eufemismen in de Ensie M
- M.S.
- m'n pet
- maag
- maan: de - staat bij haar nog achter de kerk
- maand(en)
- maandagvrouwen
- maandroosje: het - bloeit
- maandstonden
- maantje
- maatje pink
- maatregelen
- machtig
- macro, makkero, makreel
- madam
- Magere Hein
- magneetschool
- maintenee
- maisonette
- maitresse
- malversatie
- mama
- man met de zeis
- man van plezier
- management assistant
- manager
- mandmensen
- mannelijk lid
- mannelijkheid
- mannen
- mannenblad
- mannenkwaal
- massage
- massageparlour
- massagesalon
- mast
- masturberen
- materie
- matig
- matiging
- mausoleum
- me hoela
- medelander
- medemens
- medewerker
- medisch ingrijpen
- medische beslissingen (handelingen) rond het levenseinde
- medische hulpmiddelen
- meenemen
- meewerken
- meisje
- meisje van plezier, - van vermaak
- meldpunt
- membrum virile
- ménage a trois
- meneertje (mijnheertje) de nacht bij meneertje doorbrengen ’s nachts bij mijnheertje slapen
- meningsverschil
- menselijk schild
- mensen
- mensen (personen) met een fysieke uitdaging, met een handicap, met mogelijkheden
- mensen aan de onderkant
- mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt
- mensen met een uitkering
- mensen met een verstandelijke belemmering (beperking)
- mensen met een visuele handicap
- mensen met een vlekje
- mensen op leeftijd
- mensen zonder papieren
- mensjaren
- mentaal ongeschikt
- mentale informatiewerker
- merchandiser
- mes
- michelen
- mictie, mictio
- mid term review
- middelen
- midden in het leven
- midden; uit ons - weggeroepen (weggerukt)
- migrant
- mijn en dijn; het - verwisselen, geen respect hebben voor het -
- mijn hemel
- milieuwerker
- militair ingrijpen, - actie, - interventie, - operatie
- militaire confrontatie
- militie
- minder bedeeld
- minder bedeelden
- minder begaafd
- minder juist
- mindergesitueerden
- minderheden
- minderheidstalen
- mindervaiiden
- minetten
- mingroei
- minima
- minstbedeelden, minder bedeelden
- minvermogend
- misbruik
- misbruiken