Definities van Woordenboek van Eufemismen in de Ensie H
- H
- h-woord
- Haagse vriendschap
- haagweduwe
- habit
- hairstudio
- hairstylist; haarstylist
- half scheef
- halfzeven; z’n beksmoel op - hebben
- halitose
- halve waarheid
- hand; de - aan zichzelf slaan
- handbediening; -catechesatie, -massage, -werk
- handelingen die indruisen tegen de publieke moraal
- handeltje
- handen wassen
- handewerkersvriendenkring; van de - zijn
- handgeld
- handje; van het - zijn
- handjob
- handkar; met de - (handwagen) (over de zolder) gaan (rijden), de - duwen
- handmassage
- hangmat
- hansje zonder been
- hardcore
- hardware
- haringvloot; de - is uitgevaren
- Harmens huisje
- harp spelen
- hartig
- hartig woordje
- hartversterking
- hats flats; van de - zijn
- he
- heen-en-weer; krijg het -
- heengaan
- Heer, (de)
- Heer; in de - ontslapen zijn
- Heiland
- heimelijk gemak
- Heinekenklant
- Heintje Pik
- hek; over het - springen
- heldenmoed
- helpen
- hemel; in de derde - zijn
- hemel: in, naar de - zijn
- hemelen gaan
- hendel
- hengel
- henker
- her(be)zien
- herbalanceren
- herclassificatie van financiële prioriteiten
- herdersuurtje
- herendaad, -verkeer
- herendeel
- herenkwaal
- herenrecht
- herfst des levens
- hergebruik
- hergroepering van de bevolking
- hergroeperingskamp
- heropvoedingskamp
- heroriëntatie
- heroverwegen
- herschikken
- herstructureren
- herstructurering
- herwaarderingsgebied
- herzien
- het doen
- het spek weg hebben
- heuvel; over de - heen zijn
- hiernamaals
- hilleg, hillig
- hip
- hippen
- hit
- ho
- hobbel
- hoek; de - (het hoekje) omgaan
- hoge zieke
- Hollandse averijen
- Hollandse ziekte
- holocaust
- homi
- homofiel
- homosueel, homozueel
- hompiekurken
- hondjes; het op zijn - doen
- Hoogezand-Sappemeer-gaan
- hoogspringer
- hoogstapelaar
- hoogtepunt
- hoorndrager
- horeca-beveiliger
- horizontaal gaan
- horizontale mutatie
- horizontale sector (de)