Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

eenpitter

betekenis & definitie

Eenzaat; iemand die voortdurend alleen is; soms ook: ongehuwde persoon, vrijgezel. Zie alleengaande*. Volgens de grote Van Dale wordt de term ook gebruikt voor een eenmanszaak.

Als kind was zij een eenpitter. Zij wilde er graag bij horen, maar het lukte niet.

Elsevier, 16-10-99