Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

derde been

betekenis & definitie

mannelijk lid. Reeds in de zeventiende eeuw, mogelijk zelfs ouder. Het beeld is gebaseerd op de gedachte van een aanvullend lid. Vaak als tedere benaming voor het lid3' van de spreker. Vgl. Duits: ‘drittes Bein’; Frans: ‘la jambe du milieu’; Engels: ‘third leg; middle leg’.

Vier zijn sij bedelvrij; en wee hun, tuymelt hij;

Met een gewinnen sij den Aelmoeskorf op zij,

Dien doode lans verdienst van allen minst doet swellen;

Noch wenschen sij maer half dat hij het moght vertellen,

Verlegen met een stomp, verrijckt van ’t derde been.

Constantijn Huygens: Een Gesant. 1623

Wij jongens stonden om Gijs heen,

Dan zat ie aan je derde been

En daarna rukte hij zich af

Spoot al zijn zaad in een karaf

En wij naar huis toe op een draf.

De Nayade Liedbundel Deel 4. Internet, 22-10-96