Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

afzakkertje

betekenis & definitie

(Bedoeld om wat men gegeten en gedronken heeft ‘af te doen zakken’; oorspronkelijk in de zeventiende en achttiende eeuw een glaasje brandewijn na thee of koffie of banket); Informele benaming voor jenever; likeur; sterke drank; laatste glaasje. Tegenwoordig is de term algemeen ingeburgerd maar in het midden van de negentiende eeuw was dat beslist niet het geval. Van Lennep nam het woord in 184 5 op in zijn boek over plat-Amsterdams. Een synoniem is: afzettertje. Vgl. het Duitse ‘Absacker’.

Laten we nog een afzakkertje nemen.

Herman Heijermans: Kamertjeszonde. 1898

Ze zijn naar een bowlingavond geweest en komen om half twaalf nog even een afzakkertje nemen. Nieuwe Revu, 30-06-99

< >