Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

Gepubliceerd op 24-04-2024

-te

betekenis & definitie

-te achterv. dat abstracte zn. vormt bij bn. en ww.

Onl. -itha in diupitha 'diepte', ēwitha 'eeuwigheid', fullitha 'volte, overvloed', kuolitha 'koelte' [10e eeuw; W.Ps.] (woordvormen genormaliseerd); mnl. -ede, -de, maar al vroeg ook -te in diefte 'diefstal' [1236; VMNW], Want de droechte so grod was 'omdat de droogte zo groot was' [1285; VMNW], leemte 'verlamming' [1289; VMNW].

Met dit achtervoegsel worden abstracte zelfstandige naamwoorden afgeleid, vooral van bijvoeglijke naamwoorden, bijv. diepte, grootte, hoogte, gemeente, groente (met speciale betekenisontwikkeling) en met umlaut leemte, lengte, in mindere mate ook van werkwoorden, bijv. beroerte, geboorte, gedaante. Het is nauwelijks meer productief, maar in 1973 is nog gekte gevormd (Van der Sijs 2001, 169).
De klankwettige vorm was mnl. -ede, en met syncope van de onbeklemtoonde korte middenklinker -de. Achter stemloze medeklinkers werd dit geassimileerd tot -te. Door analogiewerking, niet alleen van deze geassimileerde vormen, maar ook van de abstracta die met ge-te waren afgeleid, verscheen -te al vroeg ook achter andere klanken en werd het uiteindelijk de algemene vorm. Het West-Vlaams heeft nog lang -de bewaard in hoogde, langde/lingde (De Bo).

Os. -ida (mnd. -de); ohd. -ida (nhd. -de); ofri. -(e)t(h)e (nfri. -te, -de); oe. -þu, -þo, (ne. -th, -t); on. , -d (nzw. -d); got. -iþa, -ida; < pgm. *-iþō-.

Slechts in enkele woorden is de oorspr. vorm -de blijven staan, bijv. liefde, vreugde en weelde. In woorden als koude (zie koud), kunde en waarde is de -d- daarentegen onderdeel van het basiswoord en is het achtervoegsel -e < mnl. -e < onl. -i < pgm. *-īn-, dat synoniem was met *-ida-. Dit achtervoegsel kwam in het Middelnederlands nog veelvuldig voor, bijv. in diepe 'diepte', hoghe 'hoogte', oude 'ouderdom', maar is uiteindelijk geweken voor het duidelijkere achtervoegsel -te. In het Duits is -e echter het algemene achtervoegsel voor abstracta bij bijvoeglijke naamwoorden, bijv. Tiefe 'diepte', Höhe 'hoogte'.

Literatuur: Van der Sijs 2001, 168-170
Fries: -te

< >