Definities van Etymologicum 1573 in de Ensie K
- knoop-gras, knop-gras, lid-gras
- knoop-loos
- knoop-mes
- knoop-nadel
- knoop-steertken. j. ioopken
- knoopen
- knoopken
- Knooten
- knop-gat
- knop-gras. j. knoop-gras. knop-spelle
- knoppe aen het kleed
- knoppe botte
- knoppe vande bloeme
- Knoppe. j. knoop
- knoppeken
- knorachtigh
- Knorcke. j. knoke
- Knorre
- Knorren
- Knorsen
- knorsp-been, knorspel-been, knorspel-beenken
- Knorspen
- knosen
- knospel-been. j. knosp-beenken
- Knospen
- Knóteren
- knoteringhe
- knoterken
- Knouel. j. kneuel
- Knouwen. j. knauwen
- Knudse. j. knodse
- Knuggerigh. j. nuggerigh
- Knutte
- Knuttel
- knuyffel-beenkens
- Knuyffelen
- knuyffelinghe j. kluyuinghe
- knuyuen. j. kluyuen
- knuyuer. j. kluyuer
- Kobbe, koppe
- Kobbel
- kobben schieten
- Kobber, kubber
- Kock
- kock-lepel. j. pot-lepel
- Kocke
- Kockerillen
- Kocketrijs
- kockilie, kockiliken
- kockinne
- Kockock
- kockock heerken rijd’ ick wel. j. bock ouer haghe spelen
- kockocks bloeme, kockocks loock
- kockocks brood
- kockoeck j. horen-dragher
- kockwt-laet
- kockwt-voghel
- Kodde
- koddigh
- Koder
- Kodse. j. kudse
- koe
- koe hoys
- koe-brugghe
- koe-dief
- koe-dille. j. koe-ooghe
- koe-drijuer, koe-herder
- koe-dronck. j. fonck dronck
- koe-gras
- koe-herder. j. koe-drijuer
- koe-kalf
- koe-kamme, koe-hamme
- koe-kudde
- koe-maerte, melck-deerne
- koe-mest
- koe-ooghe, koe-dille
- koe-schitte. j. koe-mest
- koe-stal
- koe-stront. j. koe mest
- koe-vangher
- koe-vlieghe
- koe-voet
- koe-wachter. j. koe-drijuer
- koe-warm-melck
- koe-weyte
- Koe, koeye
- Koeck
- Koeck aen t’herte
- koeck-backer
- koeck-eter
- koeck-ijser, wafel-ijser
- koeck, brood van metael
- Koeghel
- koekeloeren
- Koel
- koel van sinnen
- koel windeken
- koel-back, koel-troch. j. lesch-back
- koel-vat, koelkuype
- koel-vat, spoel-vat