Definities van Etymologicum 1573 in de Ensie S
- Snauw
- snauwen op iemanden
- Snebbe
- snebbe, sneb-schuyte
- Snębel. j. snauel
- Snecke
- Snede
- snede broots, snede kaes
- snede, scherpte
- snedelinck
- Snees
- sneeuw bal
- sneeuw-gans. j. haghel-gans
- sneeuw-hoen. j. sneeuw-voghel
- sneeuw-vlocke
- sneeuw-voghel, sneeuw-hoen
- sneeuw-waeter
- sneeuw-wit
- sneeuwachtigh, sneeuwigh
- sneeuwen
- sneew, snee
- sneken
- Snel
- snel-tornigh
- Snel-vliegh
- snel-waghe
- snelheyd, snelligheyd
- snelle, snelleken
- snellen
- snellick
- snep-hoen
- Sneppe
- sneppen
- sneppen. j. snappen
- Sneuel
- sneuen
- snick
- snick-heet. j. slick-heet
- Snick, snack
- Snicke
- snickel-broeke. j. slickel-brocke
- snicken
- snicken, hicken
- snicken. j. slicken
- snicken. j. snoffen
- Sniffel
- Snigghe
- snijd-mes
- snijd-mesken
- snijd-tijd. j. wijn-tijd
- Snijde. j. snede
- snijdelinck. j. snipperingh
- Snijden
- snijder
- snijdsel
- Snippen, snipperen
- snipperingh, snipperlingh
- Snit
- Snock
- Snocken, nocken
- Snodder
- Snoeck
- Snoecken
- snoecks
- Snoecks sien
- snoep-merckt
- Snoepen
- snoeper
- snoeperije
- Snoer
- snoer-recht
- snoeren
- snoeren de perlen
- snoeren den beck
- snoerken
- Snoester. j. sloester
- snoesteren, sloesteren
- snoesteren. j. snuysteren, snoepen
- snoesteringhe, snuysteringhe
- Snoeue
- snoeuen, snuyuen, snoffen
- snoey-mes
- Snoeyen
- snoeyer
- snoeyssel
- snof
- Snof, snuf
- snof, snuf, snoteringhe
- snoffelen, snuffelen
- snoffen, snuffen
- snoffen, snuffen, snuyuen
- Snoggher, snuggher
- Snoode
- snoodelick
- snoodheyd, snoodigheyd
- Snorck
- snorcken
- snorcken. j. snoffen
- snorcker
- snorckinghe
