Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

vent

betekenis & definitie

vent - 1°. Vrijer, minnaar, ’k Dach da ze verloof was.

Die?? Die hep iedere week een andere vent, NRC, 12 Aug. [1953].Mijn vent, ik bedoel mijn ‘Schatz’... heeft onlangs zijn schoonmoeder verloren, BRULEZ, Pakt. 158 [1950]. 203

2°. In de verb. oude vent, penis (vgl. kerel).