Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

van de diejem

betekenis & definitie

van de diejem - van dat soort: gezegd met duidelijke minachting voor iemands kuisheidsbeginselen. Waarschijnlijk moet men hier aan het gebaar van duim tussen wijs- en middelvinger denken.

S’n frouw? Bedoelt uwe 't wijf dat i hier in huis het gehaald? Da’s net zoo min z’n frouw, as 't mijn grootvader is. 'n Lekker ding, hoor! Nog te fuil en te smerig, om 'r de straat mee te dweile. 'k Sel blij wese, as 'k hier vandaan bin. Da’s me d’r een van de diejem. Ze commenteert met 'n handgebaar, dat aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat, KEETELAAR, Martha 140 [ca. 1920].