vaar - mannelijk lid; eig. ‘vader’. Wrsch. gebezigd in tegenstelling met moer ‘baarmoeder’.
Eener (= iemand, H.) seer met de opstyging van de Vaar gequelt zijnde, ging by een Barbier om raad, De Geest v. Jan Tamboer 35 [1656].
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: