Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

uitschieten, -spuiten, -storten

betekenis & definitie

uitschieten, -spuiten, -storten - (zaad)lozen. Ook uitschieting, -spuiting, -storting, -werping, zaadlozing.

Het vocht, 't welk de man, gedurende de omhelzing, heeft uitgeschoten, Natuurk. Beschouwing v. d. Man e. d. Vr. 2, 306 [1772].Onder iedere Zaadloosing of ten zelfden tijde van de uitspuiting van het Zaad, Nood- en Hulpboeken 1, 23 [1799].