Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

tuin

betekenis & definitie

tuin - vrouwelijk geslachtsdeel; eig. ‘omheining' (vgl. voor eenzelfde bet.-overgang o.a. balie; zie ook (bloemtuin) begieten). Tot een Zaatverkoper te Leiden.

Hier verkoopt men veelderlei zaat. Om in de aarde te zaajen daar vrugt uit ontstaat; Tot nodig onderhoud voor ‘t menschelyke leven, Doch 't best zal ik myn wyf zelf in haar tuintje geven, Koddige Opschriften 4, 38 [1698-1700].