schapraai - in de uitdr. in St. Anna’s schapraai moeten (blijven etc.), ’n ouwe vrijster moeten worden (blijven).
Met verwijzing naar St. Anna, die na 20 onvruchtbare jaren pas haar eerste kind baarde; schapraai is eig. ‘kast, provisiekast’ en vervolgens ‘huishouden’. Maer hoe ik draei, Of dat ik zwaei, Ik moet in Sint Anna schapperai, dat is fraei, Het Vermakelyke Vrouw'e-Tuyntje 16 [1794].