Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

oester

betekenis & definitie

oester - vr. geslachtsorgaan; het naamgevingsmotief berust vnl. op de vorm (vgl. mossel). Zie nog een citaat onder nijpen.

Uw oester is ook goed, waarna ik watertant, En heb tot opdien staag, een stijf mes in mijn hand, Het vermakelijk A, B, C. 4 [± 1785].De Oestertjes die voor het mes gapen, 336 Onderscheidene Drink-Conditiën 8 [± 1830].