leerschaven, leertouwen - copuleren; eig. ‘gedroogde huiden met een stomp ijzer krachtig bestrijken’ (vgl. voor andere erotisch gebruikte termen i.v.m. leerbewerking beschaven, en strijken). Starthacken, Leerschaven.
Hist. v. Slenner-Hincke 71 [1730].Jannetjen heeft altijdt geseydt. Datse geen Koeckoeck en wilde trouwen: En om datse is een eele Meyt, Moest et een eele Geest zyn die haer Leer sou louwen, visscher, Brabb. 28 [± 1660].