Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

hof

betekenis & definitie

hof - vrouwelijk schaamdeel (vgl. tuin). In de verb. de hof omspitten, coïre.

Eerje hebt... vernomen, Datje hofje wiert beplant, St. Nicolaes Milde Gaven [1640].Indien hy geweten had, dat 'er nog vier nevens hem waren, die myn hof by gelegentheid eens om kwamen spitten, De Openhertige Juffrouw' 1, 97 [± 1769].