beitel - mannelijk lid; (vgl. teugel, kloof, spleet). Hoor Liefste, (zei ze) Vrees jy niet; 'k Sweer by jou beitel! 't so te klaren, Dat ik my zelver zal bewaren, s. v. rusting.
Werken 1, 187 [1712].
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: