aanbranden - een geslachtsziekte krijgen; zwanger raken. Ook in de verb. de pot is aangebrand, zij is zwanger; eig.: ‘mislopen, verkeerd gaan’ (vgl. pot).
Jongens gaet vry aen den kant. Want den pot is aengehrant. En sy sou het u licht wijten, Dal soo swelt haer ingewant, Cuyp. Speldekookertje 32 [1681].