Eric Bouwsma

Programmamanager In-Made / Ex-Made bij DJI

Gepubliceerd op 01-02-2019

Veranderingen gedetineerdenarbeid in Penitentiaire Beginselenwet (PBW)

betekenis & definitie

Bij de Tweede Kamer is op 16-01-2019 de wet Straffen en Beschermen ingediend, die onder andere voorziet in het afschaffen van het recht op arbeid en de plicht tot het verrichten van arbeid in detentie. Dit is een lang gekoesterde wens van het gevangeniswezen.

Het beleid van het gevangeniswezen is in toenemende mate gericht op het normaliseren van de detentie-omstandigheden en het stimuleren van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van gedetineerden. Onder normaliseren verstaan we het zoveel mogelijk nabootsen van rechten en plichten die ook in de vrije samenleving " normaal" zijn. Je wordt niet gewekt, maar moet om 7.30 uur klaar staan om naar je werk te gaan. Dat soort simpele zaken. Doel: buiten moet je ook zelf zorgen dat je op tijd op je werk bent.
Deze beweging verhoudt zich niet met de huidige wetgeving, die gedetineerden te veel ruimte biedt om binnen de mazen van het systeem slecht te presteren en toch steeds opnieuw naar de arbeid mag (c.q. moet) en daarvoor betaald krijgt. En daarnaast ook betaald krijgt voor allerlei omstandigheden, waardoor hij niet op de arbeid aanwezig is. Dit laatste stimuleert vanzelfsprekend niet om het werk serieus te nemen.

In het nieuwe artikel 47 van de PBW staat dat iedere gedetineerde het recht heeft om zich op te geven voor de in de inrichting beschikbare arbeid. In de memorie van toelichting wordt beschreven dat arbeid hiermee een voorrecht wordt dat je ook kunt verliezen. In de lagere regelgeving gaan we vastleggen dat een gedetineerde geacht wordt prestatie te leveren, die nodig is om de arbeid kostenneutraal te laten draaien. En dat alleen loon betaald wordt voor arbeid en bij ziekte (na twee wachtdagen). Arbeid wordt ook belangrijker bij de beoordeling van reintegratieverlof, extramurale arbeid en VI.