Hierboven werd reeds op de rechtsvergelijking gewezen. De rechtssociologie heeft veel aan haar te danken en ook het omgekeerde is het geval, waar de rechtsvergelijking, evenals de rechtshistorie, de rechtssociologie benut.
Rechtssociologie en rechtsvergelijking worden tegenwoordig algemeen onderscheiden. Rechtsvergelijking is bestudering van verschillende algemene rechtsstelsels of verschillende bepaalde rechtsinstellingen naast die van het eigen land.
Men vergelijkt dan het positief recht van verschillende landen en uiteenlopende tijden en men gaat de overeenkomsten en verschillen vaststellen. Deze zijn dikwijls te verklaren uit gelijke, respectievelijk verschillende, maatschappelijke omstandigheden (economisch, sociaal, politiek, cultureel).
Overeenkomst is er somtijds ook zonder bewuste nabootsing, hoewel de laatste (imitatie; Tarde) een grote rol in de rechtsontwikkeling speelt: latere overneming van de Franse Code Civil (1804) in vele andere landen op de wereld, overneming van bekende instituten uit het Engelse staatsrecht als de ministeriële verantwoordelijkheid en het parlementaire stelsel elders.De rechtsvergelijking kon pas laat ontstaan, omdat men eerst niet over materiaal voor haar beschikte. In zijn ‘L’esprit des lois’ is Montesquieu( l748) niet alleen een voorganger in de rechtshistorie, doch ook in de rechtsvergelijking, welke methode dan in de volgende eeuw, verenigd met en als correctie op de historische, buitengewone resultaten afwerpt. Ook sommige encyclopaedisten als A. G. Boucher d'Argis en L. de Jaucourt pasten de rechtsvergelijking toe. Op het keerpunt van de 18de en 19de eeuw onderzoekt G. von Hugo empirisch instellingen als dc slavernij, de polygamie enz. op verschillende trappen der beschaving, puttend uit wetten en rechtsboeken, hoezeer ook afw ijkend van de bestaande en uit geschiedenisboeken, reisbeschrijvingen enz.
In de 2de helft van de 19de eeuw neemt de rechtsvergelijking een grote vlucht door de opbloei der ethnologie, de bestudering der rechtsordeningen van verschillende primitieve volken op aarde. De bekendste vertegenwoordiger hiervan is A. H. Post, bij wie de rechtsvergelijking op ethnologische basis eigenlijk rechtssociologie is (o.a. ‘Der Ursprung des Rechts’, 1876, en ‘Grundriss der ethnologischen Jurisprudenz’, 1894-1895).
De rechtsvergelijking als wijze van rechtsbeoefening is in verschillende opzichten nuttig. Zij kan tot een beter begrip van het recht in het algemeen en inzicht in het geldend recht in eigen land leiden, leert de relativiteit van het recht zien, behoedt voor eenzijdigheid en is somtijds van nut voor de opstelling van nieuwe rechtsnormen, waar vreemd recht beter dan het inheemse kan zijn. Bovendien moet de Nederlandse rechter wel eens buitenlands recht toepassen. Ook kan de rechtsvergelijking tot uniformering van het recht in verschillende landen bijdragen.
A. F. Schnitzer, Vergleichende Rechtslehre, 1945.