Ensie 1949

Redacie Cornelis Jakob van der Klaauw, Herman Johannes Lam, George Lignac (1947)

Gepubliceerd op 10-07-2019

Wormziekten

betekenis & definitie

Wormziekten onderscheiden zich in vele opzichten van de infectieziekten, door bacteriën, protozoën of vira veroorzaakt. De volwassen worm is altijd groot en met het blote oog waar te nemen, doch ook de larven en eieren, die soms de ziekteverschijnselen geven, zijn groter dan bacteriën.

De stofwisselingsproducten tijdens het leven of na het afsterven van eieren, larven of wormen, die de plaatselijke ziekteprocessen veroorzaken, zijn niet te vergelijken met de toxinen der bacteriën. Dikwijls zijn daardoor de ziekteverschijnselen gering en wordt de infectie vastgesteld bij een systematisch onderzoek, b.v. ankylostomen in de ontlasting, Filarialarvcn in het bloed. Immuniteit speelt een kleine rol.

De ziekteprocessen hangen soms nauw samen met de grootte der parasieten: ontsteking van een lymfklier en afsluiting van het lymfvatgebied door afsterven der volwassen Filaria, verstopping in de darm en de gal- en pancrcasgangen door de spoelworm.

De wormziekten vertonen een grote verscheidenheid in de wijze van besmetting: door de huid en slijmvliezen, door de steek van muskieten, door eten en drinken van besmette voedingsstoffen. Slechts weinig wormziekten volbrengen hun ontwikkelingscyclus geheel in de mens; de meeste wormen hebben andere gastheren (cyclops, zoetwaterslakken, vissen en grotere dieren als varkens, jakhals enz.), of bepaalde externe milieu’s nodig om hun soort in stand te houden.

De besmetting is afhankelijk van de levensgewoonten: t.o.v. de ankylostomiasis b.v. het ongeschoeid gaan en het ontbreken van goede privaten; met blote benen lopen in het sterk verontreinigde oppervlaktewater, b.v. in de Nijldelta met haar schistosomenbesmetting; drinken van ongekookt water, waarin de Dracunculus medinensis in cyclopssoorten voorkomt; heteten van rauwe vis, besmet met Clonorchis sinensis enz. Slechts enkele wormziekten kunnen besproken worden.

Ankylostomiasis, veroorzaakt door Ankylostoma duodenale en de nauw verwante Necator americanus, wordt in Europa mijnwormziekte genoemd, omdat de larven bijna uitsluitend in warme diepe mijngangen voorkomen en b.v. bij het graven van de St Gotthardtunnel (Dubini en Perroncito). De larven dringen door de huid, waarbij zij rode, jeukende papeltjes (licht verheven vlekjes) geven in het onderhuidse bindweefsel, komen door de aderen naar het rechter hart, met de bloedstroom in de long, waar zij door de longblaasjes dringen en in de luchtpijp komen; zij klimmen op naar de keel, van daar in slokdarm, maag, dunne darm; in dit laatste orgaan ontwikkelen zij zich in enkele weken tot volwassen wormen. Zij laten dan eieren los, die met de faeces naar buiten komen en een nieuwe cyclus kan beginnen.

Meestal zijn de infecties langdurig en worden telkens herhaald. Alleen door het microscopische ontlastingonderzoek op Ankylostoma-eieren kan de diagnose gesteld worden. De zieken klagen over lusteloosheid, gebrek aan energie, algemene lichaamszwakte, lichte diarrhee, anaemie (vnl. door bloedverlies in de darm door de daar verwekte kleine wondjes), met als gevolg duizeligheid, hartkloppingen, uitzetting van het hart, geruisen aan het hart, soms verdwijnen der kniepeesreflexen; in ernstige gevallen oedemen aan de benen. Er wordt dikwijls aan beri-beri gedacht en alleen het aantonen der Ankylostoma-eieren geeft de juiste diagnose.

Filariasis komt in Indonesië in twee vormen voor: de Filaria bancrofti en de Filaria malayi (Brug), geven veel op elkaar gelijkende ziektebeelden, waarbij de volwassen dieren (40-100 mm lang) in lymfvaten en lymfklieren leven;

de aldaar levend geboren aalvormige larven (microfilaria), tot 300 p. lang. komen met de lymfe in het bloed, overdag in de grote holle aderen longva ten,’s nachts in de perifere huidvaten (daarom bloedonderzoek op Filaria ’s nachts om 12 uur). De overbrenging geschiedt door muskieten (Manson, 1878), Culex-en Anofeles-soorten.

De Filaria geeft lang niet altijd clinische verschijnselen; deze ontstaan eerst als de moederdieren in een lymfklier of groot lymfvat afsterven en afsluiting van een lymfvatgebied met ontsteking geven; de huid en het onderhuidse weefsel kunnen sterk zwellen en nemen soms monsterachtige afmetingen aan: extremiteiten, uitwendige geslachtsdelen en de borsten der vrouwen: de elefantiasis of olifantsziekte.

Een afsluiting van grote lymfvaten in de buikholte geeft aanleiding tot sterke stuwing en verwijding der chylvaten en lymfvaten van de blaas; wanneer deze lymfvaten barsten, kan de gestuwde lymfe en chyl (een eiwithoudende vloeistof met kleine vetbolletjes in emulsie) zich vermengen met de urine, waardoor deze melkachtig troebel wordt, soms met licht bloederige bijtint: chylurie. Andere filariavormen zijn de Ioa-loa en de onchocerciasis in Afrika met afwijkingen in het onderhuidse weefsel. Eveneens in Afrika komt voor de Dracunculus medinensis, een grote worm, tot 120 cm lang, met een zeer eigenaardige levensgeschieden is. Schistosomiasis (bilharziasis) komt in drie vormen voor. De Schistosoma (mannelijke en vrouwelijke worm) leven in de aders van verschillende organen en laten daar hun eieren los. Deze dringen door de wand der kleine aderen heen in de weefsels, waar zij ontstek in gsprocessen en woekeringen met veel fibreus (bindweefselachtig) weefsel verwekken. De eieren die met urine of ontlasting naar buiten komen, ontwikkelen zich in water tot Miracidiae, via zoetwaterslak tot Cercariae, welke dan vervolgens de mens door het slijmvlies van de mond of door de huid besmetten.

Er bestaan grote infectiereservoirs bij huisdieren (hond, kat enz.), op Celebes voor de sch. japonica bij het hert.

Schistosomiasis haematobia (vooral in Afrika, Egypte) geeft processen in de blaas en omgeving. De eerste verschijnselen zijn blaasontsteking met bloederige urine, waarin de eieren soms in grote hoeveelheden voorkomen. Later ontstaan papillomateuze woekeringen, hydronefrose, fistels en secundaire infecties van de urinewegen.

Schistosomiasis mansoni (Afrika, vooral Egypte, Centraal Amerika, Suriname); hierbij levende Schistosoma in de aders van de darm. De eieren veroorzaken zweren in de dikke darm met verschijnselen als bij de amoebendysenterie, later papillomateuze woekeringen en fibreuze veranderingen in lever en milt (Egyptische splenomegalie = miltvergroting).

Schistosomiasis japonica, Japan, Filippijnen en Celebes. De wormen leven in de aderen van de darm en de eieren dringen vnl. in de darmwand, leveren milt binnen. Dysenterische symptomen en levercirrhose zijn de clinische verschijnselen. De Schistosoma-eieren kunnen in verschillende organen binnendringen en zeldzame, dikwijls moeilijk te diagnostiseren ziektebeelden geven.