Ensie 1949

Redacie Cornelis Jakob van der Klaauw, Herman Johannes Lam, George Lignac (1947)

Gepubliceerd op 10-07-2019

Gerechtelijke geneeskunde

betekenis & definitie

De gerechtelijke geneeskunde houdt zich bezig met de speciale vragen tot welker oplossing de rechter de hulp van een geneeskundige behoeft. Zij wordt verdeeld in een formeel en in een materieel gedeelte.

Het eerste betreft alles wat op de rechtspraak — voor zover de kennis ervan voor de geneeskundige onontbeerlijk is — betrekking heeft; het tweede gedeelte omvat alles, wat de geneeskundige behalve zijn gewone medische kennis moet weten om als voorlichter van de rechter te kunnen optreden. Dit omvat een zeer groot gebied, zodat in dit specialisme ook weer splitsingen zijn gekomen.

Zo zal de gerechtelijkgeneeskundige b.v. bij het opsporen van giffen noodzakelijk de hulp van de toxicoloog behoeven, die van de leer der vergiffen een bijzondere studie gemaakt heeft. De werkzaamheid van de gerechtelijk-geneeskundige bepaalt zich niet alleen maar tot het vaststellen van de doodsoorzaak, maar tot alles wat hiermede annex is.

Zo dient nagegaan te worden of een al of niet dodelijke verwonding door een bepaald wapen kan zijn veroorzaakt (onderzoek der kleren, van de plaats van misdrijf, van de verdachten).De gerechts- of politie-arts moet zich ook de criminalistische techniek eigen maken. Hij heeft voor het criminalistische onderzoek de hulp van het fototoestel, de ultraviolet of infrarood licht producerende lampen, het röntgenapparaat en de spectroscoop van node. Voor de identificatie van levenden, zowel als van doden in bepaalde gevallen, zal hij de metingen volgens Bertillon (1892, bertillonnage, anthropometrié) moeten uitvoeren; de dactyloscopie is voor de identificatie onmisbaar. Bij deze methode legt men het patroon der uitstekende huidlijsten van de vingers op papier vast. De twee pijlers, waarop de leer der dactyloscopie rust, zijn: 1ste het feit, dat geen twee mensen op aarde een geheel gelijkend patroon der vingers bezitten; 2de het feit, dat het patroon dezer huidlijsten zich tijdens het leven niet wijzigt. Een litteken in het patroon maakt de identificatie nog eenvoudiger.

Aan in vergaande staat van ontbinding verkerende of ernstig verminkte cadavers bezit men in het gebit een waardevol identificatie-middel, evenals in tatouagesen littekens. Een bijzondere techniek vereist het redres (herstel) van een door rotting volkomen onherkenbaar geworden cadaver; na het redres is het mogelijk de identiteit van het cadaver vast te stellen. De criminalistische techniek is in staat ingedroogde sporen van bloed, melk, etter, faeces, meconium (inhoud van de dikke darm der pasgeborene of vrucht), vernix caseosa (huidsmeer van vrucht of pasgeborene, waarin lanugohaartjes), urine, sperma en haren, veren enz. aan kleren e.d. te identificeren.

De politie-arts kunnen vrr-gen over valsheid in geschrifte worden gesteld, vragen aangaande betrouwbaarheid van getuigenverklaringen, simulatie, toerekeningsvatbaarheid enz. Hierbij betreden we reeds een gebied, waar een bijzondere deskundigheid verlangd wordt en dat de gerechtelijke psychiatrie toebehoort.

Bij het opsporen van de doodsoorzaak kan het gebeuren, dat de gerechtelijkgeneeskundige de hulp van de bacterioloog nodig heeft. De hulp van de seroloog, bedreven in de bloedgroepbepaling, zal b.v. in geval van het onderzoek naar het vaderschap, bij b:.byverwisseling, of voor identificatie-doeleinden (zelfs aan ingedroogd bloed is de bloedgroepbepaling nog mogelijk) ingeroepen moeten worden.

De gerechtelijk-geneeskundige moet zich allereerst van de ziektekundige ontleedkunde op de hoogte stellen. Voor hem kunnen de postmortale verschijnselen van grote waarde zijn om bij benadering het tijdstip van de dood van de getroffene vast te stellen (alleen in detective-romans is men in staat om op de minuut nauwkeurig dit tijdstip te bepalen). De wetenschap hiervan kan ter terechtzitting van de allergrootste waarde blijken te zijn. In bepaalde gevallen, waar een onverwachte (niet gewelddadige) dood het vermoeden van een misdrijf wekt, zal moeten worden aangetoond, dat deze door een ‘natuurlijke’ oorzaak is te verklaren. Niet minder gewichtig is de kennis van de kenmerken ener verwonding bij de getroffene gevonden, waardoor men kan vaststellen of deze voor, tijdens of na de dood is ontstaan. Het microscopische onderzoek ervan kan approximatief het tijdstip van de aangebrachte verwonding voor of na de dood bepalen. Er kunnen nl. postmortale verwondingen door dieren (vogels, ratten, insecten enz.) of postmortale mutilaties (verminkingen) zijn aangebracht door de misdadiger of veroorzaakt door uitwendige factoren. (Bij waterlijken b.v. door de schroef van een stoomboot.)

De sectietechniek zal in de gerechtelijke geneeskunde evenals in de ziektekundige ontleedkunde er op gericht moeten zijn duidelijk de anatomische veranderingen te demonstreren en daardoor ondubbelzinnig hun ontstaanswijze te verklaren. Zij kan in vele gevallen belangrijk afwijken van die der ziektekundige ontleedkunde. Bovendien moet de gerechtelijk-geneeskundige reeds bij voorbaat weten, welke vragen zich straks kunnen voordoen. Zijn bevindingen en conclusies legt hij vast in een verslag, visum et repertum (hetgeen werd gezien en bevonden).

De moeilijkheden bij het vaststellen van de doodsoorzaak kunnen groot zijn, b.v. indien het slachtoffer door meer dan een wapen werd getroffen ofwel indien zich concurrerende doodsoorzaken voordoen. In het eerste geval zal, indien dit mogelijk is, vastgesteld dienen te worden met welk wapen uiteindelijk de dood is veroorzaakt. In het tweede geval zal het onmogelijk zijn over de allerlaatste doodsoorzaak te beslissen.

De gerechtelijke geneeskunde levert belangrijke gegevens op voor de criminologie d.w.z. voor de wetenschap, welke zich met het opsporen van de oorzaken der misdaden bezighoudt. De juridische opvatting van het misdaadbegrip (de strafwet bepaalt wat misdaad is) kan de moderne criminologen niet bevredigen. De criminologie zoekt naar de oorzaken van voor de maatschappij schadelijke, tevens onzedelijke gedragingen; daartoe behoeft ze de hulp der economie en ethiek. In haar onderzoek betrekt ze niet alleen de daadtypen, maar ook de daderstypen.

Het materiële gedeelte der gerechtelijke geneeskunde omvat: 1. doodslag en andere misdrijven tegen het leven t.w. doodslag, moord, kindermoord en vergiftiging; 2. moedwillige kwetsuren en slagen en andere moedwillige misdrijven zoals ontmanning en afdrijving van de vrucht, vervalsing van levens- en genotmiddelen; 3. aantasting der zeden, waartoe behoren openbare schending der eerbaarheid, verkrachting en andere aanranding der eerbaarheid.

Hieronder volgen enkele ervaringsfeiten, die waardevol kunnen blijken bij het opsporen en vaststellen van de misdaad. Bloedspatfiguren welke ter plaatse van het misdrijf aan de bodem of wanden kunnen voorkomen, leren de waarnemer veel b.v. omtrent de valhoogte en hoek waaronder het bloed, afkomstig van slachtoffer of misdadiger, het vlak heeft getroffen. Deze feiten kunnen ter terechtzitting van groot belang blijken te zijn. Ook de maten en configuratie van ingehamerde beenstukken zijn van belang voor de identificatie van het voorwerp, waarmede de slagen zijn toegebracht.

Van belang is het de vorm van de schedelgaten vast te stellen. Hieruit kan men concluderen uit welke richting het projectiel is gekomen, welke de in- en uitschotopening zijn. De afstanden van de in- en uitschotopening tot de voetzolen dienen eveneens gemeten te worden. Al deze gegevens helpen ter reconstructie van het gebeurde en kunnen de verklaringen van de dader en de eventuele getuigen verifiëren.

Bij kindermoord is het voor de rechter van belang te weten, of het misdrijf aan een voldragen, levend ter wereld gekomen vrucht is gepleegd. Het is mogelijk om aan een in ontbinding verkerende vrucht nog vast te stellen, of het a terme ter wereld is gekomen. Tegen het einde der zwangerschap kan zich o.a. een beenkern (z.g. beenkern van Béclard) in het kraakbenige knie-uiteinde van het bovenbeen gevormd hebben. Men vindt dit in fig. 7 weergegeven, de donker gekleurde beenkern heeft ruimtelijk voorgesteld de vorm van een lens en bij de voldragen vrucht ook bepaalde afmetingen.

G. O. E. LIGNAC
V. Balthazard, Précis de médecine légale, 5de dr. 1935.
J. M. van Bemmelen, Criminologie, leerboek der misdaadkunde, 1942.

Th. Lochte, Atlas der menschlichen und tierischen Haare, 1938.

H. Merkel und K. Walcher, Gerichtsärztliche Diagnostik und Technik, 1936.
F. von Neureiter, F. Pietrusky und E. Schütt, Handwörterbuch der gerichtlichen Medizin und naturwissenschaftlichen Kriminalistik, 1940.
H. F. Roll, Leerboek der gerechtelijke geneeskunde voor de scholen tot opleiding van Indische artsen, 2de dr. 1918.

Sidney Smith, Forensic Medicine, 8ste druk 1945.

H. Treub en A. Tak, Leerboek der gerechtelijke verloskunde, 1908.