Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 13-04-2022

transport

betekenis & definitie

1. transporteren, overbrengen, verplaatsen; vervoeren; deporteren; fig in vervoering brengen; transported with joy, verrukt van vreugde; transported with passion, ook: meegesleept door zijn hartstocht;

2. transport, overbrenging, vervoer; vervoering, verrukking; vlaag [v. woede]; gedeporteerde; transportschip.