I. onderzoeken; doorzoeken, afzoeken, visiteren, fouilleren; peilen; search out, uitvorsen;
II. zoeken; search for, zoeken naar; search into, onderzoeken;
III. doorzoeking, het zoeken; visitatie; onderzoek; search of the house, huiszoeking; search was made for it, men zocht er naar; in search of, op zoek naar, om... te vinden.