Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 28-02-2022

gain

betekenis & definitie

I. verwerven, (ver)krijgen; verdienen, winnen; bereiken; behalen; gain over, overhalen;

II. (het) winnen; zich uitbreiden; vooruitgaan; vóórlopen [klok]; gain in one’s opinion, rijzen in iemands achting; gain (up)on, veld (iemands genegenheid) winnen; inhalen; (hoe langer hoe meer) ingang vinden bij;

III. (aan)winst, profijt, voordeel; no gains without pains, geen baat zonder moeite.