Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Bundle

betekenis & definitie

I bundel, bos, pak; she is a bundle of nerves, zij is één en al zenuwen, een zenuwpees;

II tot een pak maken, samenbinden (bundle up), bundle into, duwen, gooien, jagen in; bundle off, wegsturen, wegbonjouren; bundle out, er uit gooien, er uit bonjouren;

IIl in: bundle in, binnendringen; bundle off, er vandoor gaan.

< >