Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

ZWENKGRAS

betekenis & definitie

Grassengeslacht, waarvan in Zeeland vijf soorten voorkomen. Het meest algemeen is het rood zwenkgras (Festücarübra).

Deze soort, waarvan enkele ondersoorten onderscheiden worden, komt in geheel Zeeland algemeen voor. Men vindt haar in zulke uiteenlopende levensgemeenschappen als zilte graslanden en hoge schorren, duingraslanden, wegbermen (ondersoort rübra) en helmduinen (ondersoort junceifólia). Een nauwe verwant is het schapegras (F. ovina). Deze soort is in Zeeland veel minder algemeen. Zij groeit op droge schrale zandgrond. Men vindt haar in Zeeland vooral in duingraslanden, op spoorwegemplacementen e.d. en in het Zeeuws-Vlaamse zandige grensgebied.

Een tweede in Zeeland vrij algemeen voorkomende soort van dit geslacht is het rietzwenkgras (F. arundinacea). Deze soort groeit in Nederland vooral in de rivieren zeekleigebieden. In Zeeland is het een van de dominerende plantensoorten in de karakteristieke vegetaties van dijken en wegbermen. Men vindt deze soort ook veel in extensief beweide gras- en hooilanden. Een nauwe verwant is de beemdlangbloem (F. praténsis). Deze soort, die vooral groeit in vochtige grasen hooilanden, komt in grote delen van Nederland vrij algemeen voor, maar is juist in Zeeland vrij zeldzaam.

Wellicht heeft dit te maken met het zilte karakter van veel Zeeuwse graslandgebieden. In ieder geval vindt men de beemdlangbloem in Zeeland nog het meest in weilanden langs zoete of zwak brakke kreekrestanten, m. n. in Zeeuws-Vlaanderen. Tenslotte komt in Zeeland ook nog het reuzenzwenkgras (F. gigdntea) voor nl. in de binnenduinrandbossen van Walcheren (Zeeduin). Wellicht zijn er in dit milieutype op Walcheren of Schouwen nog meer groeiplaatsen.