Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

POORTVLIET- EN MALLANDPOLDER

betekenis & definitie

Polder in de gemeente Tholen, rakend aan de Oosterschelde (Tholensche Gat); opgenomen in het → Waterschap Tholen (opgericht 1959); oppervlakte ca. 1747 ha; hoogteligging gemiddeld 1 m - N.A.P. De afwatering van het noordelijke deel geschiedt via het gemaal Kadijk (onderbemaling Poortvlietse Weihoek; 2 vijzelpompen met 2 electromotoren, capaciteit elk 80 m3 per minuut bij opvoerhoogte 0,60 m; bemalingsgebied 1750 ha; gesticht 1956) op het gebied van het gemaal de Eendracht in de → Vijftienhonderdgemetenpolder.

Het overige polderdeel sueert via het gemaal Poortvliet aan de → Klaas van Steelandpolder. In de polder liggen Poortvliet en diverse buurtschappen. De Poortvliet- en Mallandpolder is de grootste polder in Tholen en naar oppervlakte gerekend de 7e Zeeuwse polder. Poortvliet en Malland waren oorspronkelijk afzonderlijke bedijkingen. Malland was het noordwestelijk deel van de latere polder. In 1285 wordt een Hugo van Malland vermeld.

De polder behoorde tot de heerlijkheid Poortvliet. Hij inundeerde bij de stormvloed van 1 februari 1953 (watervrij 15 april 1953). Tot 1959 maakten Poortvliet en Malland deel uit van het waterschap Poortvliet, dat ook de bedijkte aanwassen → NieuwStrijen, → Priestermeet, → Bartelmeet, → Baarsdij k en → Smaalzij omvatte, alsmede de → Voormalige Pluimpot le gedeelte (gedeeltelijk) en de in het zuiden aangedijkte polder Klaas van Steeland. Het waterschap werd opgericht in 1874. De scheidingsdijken met de → Zoute- en de → Oud-Strijenpolder zijn opgeruimd.LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen II.