Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

OUDELANDPOLDER

betekenis & definitie

1. Polder in de gemeente → Hontenisse; opgenomen in het → Waterschap Hulster Ambacht (opgericht 1965); oppervlakte ca. 113 ha, hoogteligging gem. 0,4 m + N.A.P.

De afwatering geschiedt via het gemaal Campen vóór de → Hooglandpolder.De Oudelandpolder werd ca. 1225 bedijkt door de → cisterciënzer monniken van de abdij Baudeloo. Hij inundeerde tijdens de St.-Felixvloed van 1530.

De polder is aangesloten geweest bij het waterschap Lams waarde (→ Dullaertpolder) en heeft ook tot de v.m. gemeente Hontenisse behoord. De scheidingsdijken van deze tussen → Terhole en → Kuitaart gelegen polder zijn goeddeels verdwenen.

2. Polder in de gemeente → Tholen, aan de Oosterschelde (slikken van de Dortsman), opgenomen in het → Waterschap Tholen (opgericht 1959); oppervlakte ca. 494 ha; hoogteligging gemiddeld 0,6 m - N.A.P.

De afwatering geschiedt via het gemaal de Noord aan de → Noordpolder. In de polder ligt St .-Maartensdij k. De Oudelandpolder is de oudste polder in Tholen ten westen van de → Pluimpot. Hij ontstond uit verschillende bedijkingen. De polder behoorde tot de heerlijkheid St.-Maartensdijk, die in de 16e eeuw aan het Oranjehuis kwam en na de omwenteling van 1795 onder de Domeinen. Oudeland inundeerde bij de vloeden van 1808 en 1 februari 1953 (watervrij 15 april 1953). Tot 1959 maakte de polder deel uit van het in 1874 opgerichte waterschap St.-Maartensdijk, dat verder de polders → Middelland, → Noord, → Uiterst Nieuwland, → Ravensoord, → Voormalige Pluimpot le gedeelte (gedeeltelijk), → Slabbekoorn, Groot en → Klein Landekens en → Molen omvatte.

3. Polder in de gemeente → Tholen, rakend aan de → Krabbenkreek; opgenomen in het → Waterschap Tholen (opgericht 1959); oppervlakte ca. 557 ha; hoogteligging gemiddeld 0,6 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal de Noord in de → Noordpolder.

In de polder ligt St.-Annaland. De Oudelandpolder is ontstaan uit schorren ten zuidoosten van de Breedenvliet; met de → Anna Vosdijkpolder werd hij in 1476 door Hertog Karei aan zijn nicht Anna van Bourgondië ter bedijking uitgegeven. De polders kwamen hetzelfde jaar tot stand.

De Oudelandpolder heeft tot de heerlijkheid St.-Annaland behoord. Hij is verschillende malen geïnundeerd, met name in de 16e eeuw; door de ‘drijvende’ toestand van Stavenisse (1509-1599) lagen de polders van St.Annaland open voor de zuidwester stormen. Latere inundaties vonden plaats in 1682 en bij de ramp van 1 februari 1953 (dras; watervrij 5 februari 1953). Tot 1959 maakte de polder deel uit van het waterschap St.-Annaland (opgericht 1874), dat verder de polders → AnnaVosdijk, → Breedenvliet, → Maria, Voormalige → Pluimpot (gedeeltelijk) en → Suzanna omvatte.

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen II en IV. K.J.J. Brand, Oost Zeeuws- Vlaamse polderland.