Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

OOSTKAPELLE

betekenis & definitie

(Oostkappel). Dorp en voormalige gemeente op Walcheren, sedert 1 juli 1966 behorend tot de nieuwe gemeente Domburg; 2299 inw. (1980).

Wapen:

Dit komt voor op de wapenkaart van Smallegange. Het werd in 1819 voor de ambachtsheerlijkheid bevestigd en bij K.B. van 23 april 1956 ook aan de gemeente verleend. Volgens Ermerins zou ten tijde van de ambachtsheer le Sage echter een nog eerder wapen zijn gebezigd, waarop een kerkgebouw stond, beschenen door de oosterzon; een sprekend wapen derhalve.

Vlag:

De vlag van Oostkapelle is ingesteld bij raadsbesluit van 8 mei 1962, geheel overeenkomstig het wapen.

Monumenten:

Oostkapelle, gelegen tussen Domburg en Vrouwenpolder aan de noordkust van Walcheren, is met zijn uitgestrekte bossen en buitenplaatsen bijzonder rijk aan natuurschoon. Ook de bekende Domburgsche Manteling behoorde vroeger grotendeels tot de gemeente Oostkapelle.

In het dorp staat de in 1957 fraai gerestaureerde N.H. kerk. Deze kerk stamt uit het begin van de 15e eeuw; de toren is zelfs nog laat 14e-eeuws. Na verwoestingen door brand (1572, beleg van Middelburg) en een storm (1582) vond in 1585 een gedeeltelijke herbouw plaats. In 1610 werd het schip gewijzigd.

De korenmolen uit 1858 is een ronde stenen bovenkruier met stelling.

Ongeveer halverwege Oostkapelle-Domburg ligt kasteel → Westhove.

Van 1277 tot 1572 verbleven hier de abten van Middelburg, die ook Karei V nog te gast hebben gehad. De laatste bewoonster, gravin B. J. van Lynden, geb. de Bruyn (gest. 9 april 1926), heeft het kasteel bij testamentaire beschikking vermaakt aan een stichting, herstellingsoord voor zwakke kinderen uit Vlissingen en Middelburg.

Het kasteel is in 1976/77 gerestaureerd door de Rijksdienst voor de monumentenzorg; architect ir. P. J. ’t Hooft. Gelijktijdig is ter plaatse een oudheidkundig onderzoek verricht; de vondsten die daarbij zijn gedaan, gaan niet verder terug dan de 12e eeuw. Bekende buitenplaatsen zijn Berkenbos, Duinbeek (1715 opnieuw gebouwd; achtkantig torentje), Hoogduin, Overduin (in 1839 opnieuw gebouwd), ’t Huis ten Duine, Schoonoord, Iepenoord en Zeeduin. Geschiedenis: Evenals Westkapelle bezat Oostkapelle al voor 1067 een eigen kerk, die gewijd was aan St.-Willibrord.

Ze was een van de vijf Walcherse moederkerken, met op Walcheren stichtingen te Oost-Domburg, Mariekerke, Poppendamme, Grijpskerke, Serooskerke en op Noord-Beveland te Campenskerke en Zoetelingskerke (later Zoelekerke geheten). De namen Oostkapelle en Westkapelle duiden er op, dat de kerken hier oorspronkelijke stichtingen waren van een oudere moederkerk, die in het oudste deel van middeleeuws Walcheren moet hebben gestaan, t.w. in ‘Oud-→ Domburg’.

Op het gebied van de parochie Oostkapelle lag een uithof van de abdij van → Rijnsburg; thans staat op die plaats een gelijknamige boerderij. In 1564 werd een wederdoper, Willibrord Cornelisz, uit Oostkapelle te Middelburg onthoofd. Oostkapelle kreeg in 1579 zijn eerste predikant, Joh. de Pourck. Tot 1574 bezat de abt van Middelburg het grootste deel van deze streek; in 1580 kwam Oostkapelle aan Veere en van 1638 tot 1679 was Middelburg bezitter. Daarna werd het gebied verkocht aan particulieren, die tal van buitenplaatsen stichtten, waarvan de meeste inmiddels zijn verdwenen.

Een dier verdwenen buitens bleef in de herinnering bewaard door de → biologisch-dynamische boerderij/bakkerij nabij Oostkapelle, die de naam ervan, → Loverendale, heeft overgenomen; ook Burgvliet verdween.

LITERATUUR

C. Dekker, Zuid-Beveland. Ermerins, Zeeuwsche Oudheden. Fruin, Archief O.L. V. abdij. Kesteloo, Oostkapelle. Post, Eigen kerken. Tack, Het zwarte monnikenhuis.