Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

KLOETINGE

betekenis & definitie

(Cloetingen, Cloetinghe, Cloetijnghen, Clottinghe). Dorp binnen de gemeente Goes (2209 inw. in 1980), thans één geheel vormend met de stad Goes; vóór de gemeentelijke herindeling op 1 januari 1970 een zelfstandige gemeente, waarin de volgende gehuchten lagen: → Abbekinderen, → Blaemskinderen, → Bordelop (vroeger Bordeloep), de→ Groe, s’→ HeerElsdorp(vroeger ook ’s-Heer Reilofsdorp en Tserelsdorp), → Mannee, → Tervate(n) en Waenskinderen.

Kloetinge is van oudsher een landbouw- en fruitteeltgemeente, na 1900 ging het ook een functie vervullen als woongemeente voor mensen die elders werken.De naam Kloetinge zou verband houden met ‘klöta’, Germaans woord voor rond voorwerp. Het dorp ligt inderdaad op een ronde verhevenheid van een terpachtige structuur uit ca. 11e/12e eeuw. Opvallend is dat het dorp binnen een grote ring van wegen ligt. Het land binnen de ring ligt iets hoger dan de omgeving en heet Bijganck d.w.z. het omsloten terrein.

Wapen:

Dit komt voor op de wapenkaart van Smallegange (1696), ook als wapen van het gelijknamig geslacht en werd op 31 juli 1817 voor de gemeente bevestigd. In de 18e eeuw komt echter een zegel voor, waarop de drie lelies in de rechterhelft van het wapen staan en de linkerhelft een dwarsbalk bevat. Een ouder geslacht Van Kloetinge voerde een wapen van zilver met een gekanteeld schildhoofd van azuur.

Vlag:

Deze is vierkant (een weinig voorkomende vorm) en geheel gelijk aan het wapenbeeld. Hij werd door de gemeenteraad ingesteld op 13 juni 1962.

Varia:

Het St.-Sebastiaansgilde (gilde van schutters van handboghe), bestaande uit 24 leden, heeft een rijk verleden. De oudste vermelding dateert uit 1611. Hoewel er al sinds lang niet meer geschoten wordt, bestaat dit gilde nog steeds. Om de twee jaar wordt er een vergadering gehouden en gaat men samen met echtgenotes uit. Tevens ontmoet men elkaar op de begrafenis van een gildebroeder, zijn vrouw of weduwe, waarbij een zwarte rouwmantel, eigendom van het gilde, wordt gedragen.

Excelsior, een van Nederlands beste brassbands, heeft in 1969 als eerste niet-Engelse band meegedaan aan de wereldkampioenschappen voor brassbands in Engeland.

De bekende wis- en natuurkundige Chr.H.D. → Buys Ballot is in 1817 teKloetinge geboren. Op het geboortehuis, Marktveld 20, is een gedenkplaat aangebracht.

Monumenten:

In de NH kerk zijn in het noorder bijkoor nog resten Scheldegotiek terug te vinden van de in ca. 1250 gebouwde kapel. Met de bouw van het koor is in de 13e eeuw begonnen. Het is een typisch voorbeeld van Vlaamse baksteengotiek. Het 15eeeuwse schip was oorspronkelijk driebeukig, maar werd omstreeks 1500 samengevoegd onder één kap. De onderbouw van de 60 m hoge toren, gewijd aan St.-Geerte, dateert uit het midden van de 14e eeuw. Van 1970 tot 1973 zijn kerk en toren door de architect P. van Beveren grondig gerestaureerd.

De kerkring met kerk, lindelaantje en → vate (drinkplaats) is goed bewaard gebleven. De vate is een overblijfsel van de vroegere haven. Aan de kerkring heeft vroeger een fraai ambachtsherenhuis gestaan, gebouwd in de tweede helft van de 18e eeuw, afgebroken in 1880. In het noorden van het dorp heeft het slot Ravenstein gestaan, waarover heel weinig bekend is en dat begin 18e eeuw afgebroken is. Vlakbij het kasteelterrein ligt nu nog een ‘vluchtberg’ (→ werf). In het Zuid-Ambacht van de heerlijkheid Kloetinge heeft het stamslot van de bekende kroniekschrijver → Smallegange gelegen; in 1560 werd het door brand verwoest (→ Abbekinderen).

De korenmolen uit 1704 is een zware, ronde, ongetailleerde, stenen bovenkruier met verticaal geschoorde stelling.

Geschiedenis:

Over de vroegste geschiedenis van Kloetinge is weinig bekend; in 1216 wordt Kloetinge voor het eerst genoemd. Bij bodemkundig onderzoek in de dorpskern zijn sporen van bewoning uit de 11e/12e eeuw gevonden. Kloetinge is dan nog maar een vrij kleine kern, die zich in de 13e eeuw begint uit te breiden. Zo wordt in 1345 gesproken van ‘poirtgraften’.

Bronnen van bestaan waren veeteelt met de daaraan verbonden spinne- en weverijen en landbouw.

Kloetinge is één van de oudste parochies op Zuid-Beveland. De kerk, gewijd aan St.Geertruid, behoorde aan het kapittel van St.Pieter te Utrecht en is de moederkerk van die van Kattendijke, Kapelle en waarschijnlijk van die van Goes. In de 13e eeuw was Kloetinge een tijd lang de zetel van de deken van Zuid-Beveland. Dat Kloetinge een belangrijke parochie op Zuid-Beveland is geweest valt af te leiden uit het feit dat er vier pastoorsplaatsen waren verbonden aan de kerk. In 1530 werden deze plaatsen geïncorporeerd in het kapittel van de kerk van Veere. In de kerk waren vicarieën gesticht ter ere van St.-Johannes de Evangelist, St.-Margarethe en St.-Nicolaas. Na de Reformatie zijn zij omgevormd tot een studiefonds, dat ook thans nog bestaat.

In het gebied van deze parochie had men kapellen te Roelofsdorp (→ Reilofsdorp), gewijd aan St.-Margaretha en in De Groe, die St.-Maarten tot patroonheilige had. Begin 16e eeuw kwam er een einde aan de welvaart. Kloetinge werd in 1572 voor een deel platgebrand. In de 17e eeuw begon Kloetinge door de toenemende welvaart weer te groeien. Landbouw was de belangrijkste bron van bestaan. Nadat de meekrap- (meestoof ‘Den Berg’) en koolzaadteelt in de tweede helft van de 19e eeuw wegvielen, kreeg de landbouw een ander karakter.

Suikerbieten-, aardappel- en fruitteelt werden belangrijk. Na 1900 groeit Kloetinge relatief snel doordat het een woonfunctie gaat vervullen voor mensen die elders werken. Kloetinge-Ambacht, ook wel Rentmeesterambacht genoemd, was verdeeld in een Noord-, Midden- en Zuid-Ambacht.

LITERATUUR

Abelmann en Van der Valk, Zo zag Goes er uit. A.J. Blok, 'Van vroeger'. C. Dekker, Zuid-Beveland. Grijpink, Register op de parochieën. H. Janse, Vensters. Kok, Zeeuwsepatrocinia. J.W. te Water, Kort verhaal. Bijdragen tot de geschiedenis van het bisdom Haarlem 25, De Jobskapel te Kloetinge. Zelandia Illustrata, 61-63. Zie verder bibliografie, topografische ingang.