Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

KLEIWINNING

betekenis & definitie

Het onttrekken van klei aan buiten- of binnendijks gelegen gronden.

Reeds eeuwenlang wordt kleiwinning toegepast uit de voorliggende schorren t.b.v. waterbouwkundige werken, in het bijzonder bij de aanleg en bij het verzwaren van dijken (→ bedijken). Dekleiputten, ontstaan bij buitendijkse kleiwinning, slibben na verloop van tijd weer vol in tegenstelling tot gegraven putten bij binnendijkse kleiwinning. De daar overgebleven laag gelegen strook grond achter de zeedij k kreeg de naam ‘karreveld’, het veld waaruit de klei met kipkarren werd getransporteerd. Bij aanleg van inlaagdijken wordt in de regel de kleiwinning toegepast in de strook grond tussen de zeedijk en de aan te leggen inlaagdijk. De resterende putten zijn bekend als → inlagen of z.g. ‘kuupen’ en kunnen in sommige gevallen prachtig begroeide waterpartijen vormen; om die reden zijn een aantal van die inlagen o.a. aan de noordkust van Noord-Beveland in beheer bij de Stichting Het Zeeuwse Landschap. Bij de kleiwinning die noodzakelijk kan zijn bij een onverwachte dijkdoorbraak, kan de dijkbeheerder zich beroepen op het recht van → aardhaling, dat is een op de grond drukkende last, berustende op overeenkomst of op onteigening.

Op vrij uitgebreide schaal is voorheen ook kleiwinning toegepast voor steenfabrikage. Steenbakkerijen kwam men in de vorige eeuw op veel plaatsen in Zeeland tegen; vooral in ZeeuwsVlaanderen waren ze goed vertegenwoordigd. Vele hadden een tijdelijk karakter t.b.v. het stichten van bepaalde gebouwen zoals b.v. in 1858 in Clinge voor de in de buurtschap De Kauter (Nieuw Namen) te bouwen kerk.

Kleiwinning voor de benodigde steen vond dan in de directe omgeving plaats. Voor de in 1875 opgerichte steenbakkerij ‘Suzanna Johanna’ (opgeheven 1895) bij Nieuwland ten zuiden van de Nieuwlandse weg vond kleiwinning plaats tot 1,5 m diep in de Mortierepolder. Uit die klei, aangeslibd materiaal uit het Scheldewater, werden metselstenen, dakpannen en nagebootste terracotta voorwerpen gebakken, alsmede straatstenen voor de weg Middelburg-Vlissingen.

Op beperkte schaal is bij herverkaveling of voor bepaalde dijkwerken ook kleiwinning toegepast door het afgraven van sommige binnendijken of inlaagdijken, die geen enkele functie meer hadden. Deze methode van kleiwinning is thans tot een minimum beperkt. Vanwege het kleitekort werd in de jaren 1953/54 bij het dijkherstel na de ramp van 1953 o.a. veel rivierklei aangevoerd van buiten de provincie en z.g. boomse klei, die in de Schelde bij Antwerpen en voor een deel in het Hollands Diep werd gewonnen.

Om zoveel mogelijk de belangen van natuur en milieu en de ruimtelijke ordening te dienen zijn sinds 1 september 1971 de bepalingen van de Ontgrondingswet van toepassing alvorens vergunning tot kleiwinning wordt verleend. → Ontgronden.