Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

DUITSE ORDE

betekenis & definitie

(Marianen). Orde, ontstaan uit een broederschap van Duitse burgers die te Acco (Palestina) in 1189 een primitief hospitaal stichtten voor de verpleging van zieke en gewonde kruisvaarders.

Rond dit hospitaal, dat later een definitieve vorm kreeg en gewijd was aan Maria (vandaar de naam Marianen) is een ridderorde ontstaan. De leden moesten van adellijke huize zijn. Het Duitse element is altijd overheersend geweest. In 1198 gaf de paus zijn goedkeuring aan de regel. Na de val van Acco in 1291 is de Duitse Orde in het toen nog heidense Pruisen beland, dat zij veroverde en mocht behouden.Ook aan Zeeland is de Duitse Orde niet voorbij gegaan. De Middelburgse commanderij, die behoorde tot de balije van Utrecht, was in ieder geval de belangrijkste nederzetting. Of er in Zierikzee iets van deze orde is geweest, is onwaarschijnlijk. Melding wordt ook gemaakt van een huis van de Duitse Orde in de Zanddijkse Polder bij Vrouwenpolder. Is Wolfaart I van Borssele, heer van Veere (gest. 1299) de stichter van dit huis geweest?

Graaf Willem II heeft nogal blijk gegeven van zijn ingenomenheid met deze orde door het schenken van kerken (Valkenburg, Maasland). Was het naar zijn voorbeeld dat een eerbare burger van Middelburg, Klaas van Putten, in 1249 het mogelijk maakte dat op zijn bezit te Zandvoorde in de parochie Buttinge, een huis van deze orde verrees? Romer acht het niet onwaarschij nlij k dat deze dezelfde is als Nicolaas van Putten, die bij meer dan één gift van Willem II als getuige voorkomt en die zelf ook kerkelijke en geestelijke stichtingen begiftigd heeft. In ieder geval is dit huis uitgegroeid tot een van de aanzienlijkste commanderijen in ons land. Floris V zette het beleid van zijn vader ten opzichte van deze orde voort door haar in 1262 de St. Pieterskerk (Noordmonster) te Middelburg te schenken. Later is deze kerk weer in handen van de grafelijkheid gekomen.

In 1317 was de commanderij van Zandvoorde overgebracht naar het tegenwoordige Hofplein, ten zuiden van de Noordmonster. Behalve meestal drie ridders woonden in de huizen gewoonlijk een aantal geestelijken, die gelijke rechten hadden. En verder was er nog heel wat personeel van lagere rang. De commandeur was in Middelburg een zeer gewichtig man. Wanneer de graaf ter vierschaar zat, was zijn zetel aan de linkerhand van de graaf, terwijl de abt aan zijn rechterzijde plaats nam.

In het midden van de 15e eeuw had deze commanderij het blijkbaar niet meer zo overvloedig als voordien. Wanneer aan de kapel van hun nederzetting hoognodige herstelwerkzaamheden moesten worden verricht, kon men dit moeilijk meer zelf bekostigen. De landscommandeur moest bijspringen met niet minder dan 1000 kronen.

In 1572 bestond het Middelburgse huis nog (zuidzijde Hofplein, tegenover de Noordmonster), maar na de overgave van de stad horen we er niet meer van.

LITERATUUR

Van Empel en Pieters, Zeeland. Schoengen, Monasticon Batavum. Van Heussen en Van Rijn, Kerkelijke historie. S. Muller Hz., De indeeling van het bisdom. Romer, Kloosters en abdijen. Vost, Kerkgeschiedenis. Hendrikx, Bedelordekloosters.