Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

COMMISSARIS DER KONINGIN

betekenis & definitie

(vroeger - tot 1848 - Gouverneur der provincie, een in Limburg nog steeds gebruikelijke benaming). Hoogste gezagsdrager in de provincie, vertegenwoordiger van het Rijksgezag in en tegenover het provinciaal bestuur.

Wordt benoemd door de Kroon en is voorzitter van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten. Zijn instructie werd laatstelijk vastgesteld bij K.B. van 12 juni 1966, St. bl. 25.Commissarissen des Konings (der Koningin) in Zeeland waren: jhr. mr. Jacob Hendrik Schorer (1814-1817); mr. Hendrik Jacob van Doorn van Westkapelle (1818-1826); mr. Edward baron van Vredenburch (18531858); mr. Schelto baron van Heemstra (1858-1860); mr. Rudolph Willem baron van Lynden (1860-1876); jhr. mr.

Willem Six (1876-1879); jhr. mr. Abraham Pieter Cornelis van Karnebeek (1879-1884); jhr. mr. Willem de Brauw (1884-1897); mr. Albert Johan Roest (1897-1905); mr. Herman Jacob Dijckmeester (1906-1921); jhr. mr. Johan Willem Quarles van Ufford (19211948); jhr. mr.

Auguste Françoise Charles de Casembroot (1948-1965); mr. Johannes van Aartsen (1965-1974); dr. Cornelis Boerden (1975-heden).