Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

COLIJNSPLAAT

betekenis & definitie

Dorp en voormalige gemeente in de → Oud Noord-Bevelandpolder, Noord-Beveland; in 1941 met de gemeenten Kortgene en Kats samengevoegd tot een nieuwe gemeente Kortgene; kern Colijnsplaat 1555 inw. (1980).

De bedrijvigheid van het aan de Oosterschelde gelegen dorp speelt zich af rond de in 1961 aangelegde Rijksvissershaven, waar niet alleen uit Veere en Arnemuiden door de aanleg van Deltadammen verdreven garnalenvissers hun toevlucht hebben gezocht, maar waar o.a. ook vissers uit Kortgene en Colijnsplaat zelf te vinden zijn. Er is een vismijn. Te verwachten is dat de recreatiedrukte zal toenemen na de aanleg van een grotejachthaven. Op4juli 1981 werden deze haven en de gemeentelijke vismijn door de commissaris der Koningin dr. C.Boertien geopend. In Colijnsplaat doet zich al jaren het probleem van een te groot aantal ‘tweede woningen’ voor, waardoor het er buiten het wing.

Colijnsplaat is sedert 1970 herhaaldelijk in het nieuws geweest door de ontdekking van belangrijke overblijfselen van een aan de godin → Nehalennia gewijd Romeins westen van het dorp (binnen de gemeentegrens van Zierikzee). Op enige afstand ten oosten van Colijnsplaat ligt de monumentale, 5021 m lange → Zeelandbrug, die Noord-Beveland met Schouwen-Duiveland verbindt; opengesteld.op 15 december 1965.

Wapen:

Op de wapenkaart van Smallegange (1696) komt een zwarte patrijs voor. Bij de wapenbevestiging van 31 juli 1817 werd de patrijs afgebeeld in de natuurlijke kleur en op een grasgrond.

Varia:

Kermis op vrijdag na de tweede woensdag in juli t.m. maandag daarop volgend, behalve zondag.

Monumenten:

De N.H.kerk uit 1769 is een eenvoudige zaalkerk met een houten torentje op het dak. De twee korenmolens zijn beide ronde ongetailleerde stenen bovenkruiers: ‘De Oude Molen’ uit 1598 is een tamelijk taps toelopende grondzeiler; ‘Nooit Gedacht’ uit 1864 heeft een verticaal geschoorde stelling.

Geschiedenis:

Het dorp Colijnsplaat is gesticht op de in 1598 in de ‘Oud Noord-Bevelandpolder binnengedijkte ‘Colinsplate’. Deze ‘plate’ wordt genoemd in 1489 toen de Rooms-Koning Maximiliaan en zijn zoon Philips aan Floris van Borssele, heer van Kortgene, het gors ter bedijking gaven. Dit bedijkingsoctrooi werd in 1517 nog eens bekrachtigd, maar eerst tegen het einde van de 16e eeuw ging men tot bedijking over.

De bouw van de huizen en de aanleg van straten in het dorp Colijnsplaat zijn vanaf het begin van de stichting zeer planmatig uitgevoerd. Colijnsplaat is een Voorstraatdorp (→ nederzettingen). De belangrijkste straat is de Voorstraat, die uitloopt op de haven aan de ene kant en de kerk aan de andere kant. Langs rechte straten, met niet bepaald tot de verbeelding sprekende namen als: Kruisstraat, West Achter- en Oost Achterstraat, liggen vierkante bouwblokken.

In 1599, dus kort na de stichting van het dorp, werd de gemeentehaven aangelegd; het is de oudste haven op Noord-Beveland. In de loop der jaren hebben verschillende uitbreidingen en verbeteringen plaatsgevonden. Er lag ook jarenlang een veerverbinding naar Zierikzee. Na de stichting van het dorp nam het aantal inwoners snel toe, in 1599 werd er reeds een gereformeerde gemeente geïnstitueerd, welke op de in 1602 te Tholen gehouden provinciale synode bij de classis Walcheren werd gevoegd. In 1602 kwam als eerste predikant in Colijnsplaat Eduardus Adriaansz. Booms.

LITERATUUR

De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen. Sandberg, Overzetveren, 63-66. Reitsma en Van Veen, Acta. Zie verder bibliografie, topografische ingang.