Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

BROWNISTEN

betekenis & definitie

Een groep Engelsen die met de staatskerk in Engeland overhoop lag. Zoals vóór 1572 Zeeuwse vluchtelingen omwille van hun geloof vooral in Engeland hun toevlucht zochten en daar hun gemeenten stichtten, zo kwamen nadien al spoedig Engelse independenten hier.

Thomas Cartwright (1535-1603), één van de voormannen van de presbyteriaanse puriteinen, heeft in Middelburg felle geschriften tegen de Anglicaanse kerk uitgegeven. In 1581 kwamen de Brownisten met hun leider Robert Browne (± 1550-1636) uit Norwich naar Middelburg en vonden daar onderdak. Evenals Cartwright schreef ook Browne verscheidene geschriften waarin hij de Anglicaanse kerk aanviel. Hij weigerde bisschoppen te aanvaarden omdat ze onbijbels waren. Voorts wilde hij een volledige scheiding van kerk en staat.

In Browne ziet men de vader van het congrégationalisme (iedere vereniging (congrégation) van christenen is een zelfstandige kerk van Christus; al haar leden zijn gelijk berechtigd; uit hun midden kiezen zij ambtsdragers voor de prediking en bediening der sacramenten).

Toen Browne, moe van de strijd, het hoofd boog en naar zijn land terugkeerde, is de gemeente in Middelburg gebleven en kwam onder leiding van Henry Barrow. In Holland werden verscheidene vluchtelingengemeenten gesticht, die samen een geloofsbelijdenis opstelden. Tegenwoordig is er van deze gemeenten vrijwel niets meer over.