Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

AUGUSTIJNEN

betekenis & definitie

Kloosterorde ontstaan uit verschillende congregaties van eremieten, die in 1244 onder de regel van Augustinus kwam, in 1256 door de paus tot één orde werd verenigd en een jaar later in de bedelorden werd opgenomen. In Middelburg hadden de augustijnen een klooster aan het einde van de Vlasmarkt, waar nu het Schuttershof is.

Van de geschiedenis van dit convent weten we zeer weinig. Volgens Fruin was er het reeds in de 13e eeuw; Hendrikx komt tot de slotsom dat dit klooster gesticht moet zijn tussen 1289 en 1308.

Mogelijk is er te Zierikzee een terminarishuis van de augustijnen van Middelburg geweest, maar in geen geval een klooster, zoals door sommigen is verondersteld. Het termijngebied van de augustijnen was vermoedelijk heel het graafschap Zeeland.

Na de Reformatie hebben de augustijnen in Zierikzee tot ca. 1700 een statie gehad.

In Middelburg deden de augustijnen met de minderbroeders om de week dienst op het stadhuis. Beide orden hadden hier vrijdom van accijns. In 1427 is hun kerk afgebrand. Deze kerk bezat een hostie die in 1374 door wonderen vermaard werd. Na 1574 zou deze hostie terecht zijn gekomen bij de augustijnen te Leuven.

In 1515 wijst het stadsbestuur de kerk der augustijnen aan voor hen die tijdens de pestepidemie met besmette personen in aanraking waren gekomen.

De armoede was ook voor de augustijnen te Middelburg niet altijd gemakkelijk te dragen en de strenge regels van de bedelorden werden ook door hen niet altijd gehouden. Hun klooster bezat in 1400 in ieder geval grond op Walcheren en Scherpenisse.

Toen de observantenbeweging ook bij de orde van de augustijnen ingang vond waren het de kloosters van Middelburg en Maastricht die deze niet aanvaardden.

Zij hebben de strijd daartegen voortgezet tot ze in 1524 werden gedwongen toe te geven. Op 5 mei van dat jaar beval Margaretha van Oostenrijk aan de baljuw van Middelburg zijn macht te gebruiken tegen de ongehoorzame augustijnen. Misschien hangt dit samen met het doordringen van de leringen van Luther, zelf een gewezen augustijnermonnik.

De overgave van Middelburg in 1574 betekende het einde van dit klooster.

Met de andere geestelijken zijn de augustijnen naar Terneuzen gebracht, vanwaar ze verder trokken.

In 1575 werden hun gebouwen verkocht aan de schutterij van de handboog.

LITERATUUR

P.A. Hendrikx, Bedelordekloosters. Schoengen, Monasticon Batavum. Nolet en Boeren, Kerkelijke instellingen. Post, Kerkgeschiedenis. Romer, Kloosters en abdijen. A. ’s-Gravezande, Tweede eeuw-gedachtenis. J.P.A.J. van den Bergh, Augustijner-Statie.