(Helmond 1906), jurist, politicus; studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit te Nijmegen; was werkzaam als advocaat-procureur en als directeur van een rijwielonderdelen- en buizenfabriek; was van 1948-52 lid van de Tweede Kamer voor de K.V.P., tevens lid van de gemeenteraad in Helmond. Van 1952-56 was hij minister voor Maatschappelijk Werk in het 2de kabinet-Drees; tot 1963 andermaal lid van de gemeenteraad Helmond en van 1956-72 lid van de Tweede Kamer, de jaren
1963-72 als voorzitter. Van Thiel was voorzitter van het Benelux-Parlement, algemene voorzitter van de Katholieke Werkgeversvereniging, lid van de S.E.R. en voorzitter van het Provinciaal Opbouworgaan Brabant, voorzitter van de Centrale Raad voor Gezinsverzorging in Nederland, voorzitter van de Katholieke Nationale Gezinszorg, voorzitter nationaal comité viering regeringsjubileum in 1973, voorzitter van de Raad voor Casinospelen en van 1976-86 voorzitter van de stichting Oorlogsmuseum Overloon; sinds 1976 voorzitter van de Stichting Nationaal Monument St. Jan, Den Bosch. Hij is ridder in de Huisorde van Oranje Nassau, commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw; kreeg het grootkruis in de Orde van de Kroon van België, erepenning in goud van de gemeente Helmond, is ridder in de Orde van de H. Gregorius en ontving de provinciepenning van Noord-Brabant en het Kruis van verdienste van het Ned. Rode Kruis.
Bron: A.N.P.
