Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

TAXANDRIA

betekenis & definitie

gouw, waartoe Noord-Brabant behoorde met een gebied, dat in grote lijnen afgebakend werd door de rivieren de Maas, de Domer en de Dijle; een streek van bossen, heidevelden en moerassen, die dunbevolkt was. Dit was het geval in de Romeinse en Merovingische tijd.

In een oude kroniek wordt verhaald, dat dit gebied bestond uit uitgestrekte vlakten, verschroeid door de hitte van de zon en ongeschikt om ten nutte van de mens te worden gebruikt, vol met holen van rovers, van waaruit dezen gemakkelijk de reizigers konden overvallen. Dit schreef een monnik van St. Truyen in de 11de eeuw.De gouw moet kort voor het jaar 1000 hebben behoord aan graaf Ansfried, die in 995 bisschop van Utrecht werd. Een deel ervan, de latere Baronie van Breda, kwam onder de marke van Antwerpen, waarvan Godfried van Lotharingen de markgraaf werd. Het zuidelijk deel van Taxandria moet toen hebben toebehoord aan de graven van Loon; het noord-oostelijk deel tot in de Kempen aan de latere graven van Gelre, die er althans invloed konden uitoefenen. Het noordelijk deel van de latere Meijerij was nog een onderdeel van het graafschap Teisterbant en stond onder de graaf Everard. Diens dochter Adelheid wordt in 1080 genoemd als de echtgenote van Hendrik, graaf van Leuven. Adelheid bezat een landgoed in Orthen bij ’s-Hertogenbosch.

De graven van Leuven waren de voorvaderen van de hertogen van Brabant. Godfried (10951139) verwierf de titel van hertog van Lotharingen en kreeg het markgraafschap Antwerpen. Geleidelijk breidden de hertogen hun invloed uit over de omliggende gebieden. Hiertoe behoorde ook een goed in Orthen, waarbij de stad ’s-Hertogenbosch werd gesticht.

Bron: dr M. Spierings, Het schepenprotocol van ’s-Hertogenbosch.