Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

TACK, THEODORUS (TACKIUS)

betekenis & definitie

(Oosterhout 1570-Doesburg 1629), werd rechtsgeleerde, advocaat aan het Haagse Hof ondanks het feit dat hij katholiek gebleven was; werd priester, trad in bij de Jezuïeten, in 1601 tot priester gewijd, vertrok in 1608 als zendeling naar Den Haag in de zgn. Hollandse Missie; heeft daar 16 jaar als zodanig gewerkt; zou de stichter zijn van de oudste Jezuïëtenstatie, trok als banneling van huis tot huis; zat in Den Haag gevangen o.m. samen met een Dominicaan, de latere bisschop van Den Bosch, Ophovius, die in 1623 in Heusden was aangehouden.

Tackius werd uitgewisseld tegen staatse gevangenen; werd in 1624 als zodanig geruild; werkte daarna in Zwolle, Zutphen en tot aan zijn dood in Doesburg.